Categorieën
Opinie Vakbladen

Gouden combinatie vouwfiets en pro-actief OV

Het verkeer- en voervoersvakblad OV Pro heeft op 15 juli 2014 een ingekort opiniestuk van ons gepubliceerd onder de titel ‘Vouwfiets versterkt deur tot deur-functie van OV’. Hieronder is de volledige (niet ingekorte) versie:

De OV-sector heeft goud in de handen als ze niet passief blijft

Vandaag de dag zien we in elk reclameblok een aantal autoreclames van de mooiste en zuinigste auto’s die op onrealistische plaatsen of stille steden rijden zonder files en parkeerproblemen en zo het schoon- en vrijheidbeeld van de mobilist versterken. De auto heeft met zijn sterke autolobby een zeer dominante plaats in onze hedendaagse samenleving. Doordat jongeren in de stad steeds meer hun auto laten staan en er geen status aan ontlenen, rekenen de beleidsmakers zich tegenwoordig rijk aan de algemene conclusie dat mensen aan het veranderen zijn.

Het tegendeel is echter waar, toont het KiM aan met het rapport “Niet autoloos, maar auto later”. Dit rapport concludeert dat jongeren zeker niet voor de auto kiezen, maar als de jongeren een gezin gaan stichten of geld kunnen besteden van leefomgeving veranderen en ze alsnog aan de auto gaan. Sterker nog, man en vrouw nemen élk een auto. En zoals ze vroeger zelf naar school gebracht werden gaan deze jongeren hun kinderen zelf met de auto naar school brengen. De cirkel is hiermee rond.

Dat de auto populair blijft is voornamelijk omdat de auto precies voldoet aan de wensen van de mobilist. Comfort, onderscheidend kunnen zijn. Zonder moeite op elk moment van de dag naar een bestemming te rijden die de mobilist wenst. En er zijn mensen die er zijn status aan hangen, maar het is voornamelijk een gebruiksvoorwerp dat het dagelijkse leven een stuk makkelijker maakt. Files, fijnstof en parkeren worden geaccepteerd zolang de voordelen van de auto groot zijn.
Het zo populair worden van de auto na de oorlog heeft ook zijn weerslag gehad op de stedenbouw. Voorzieningen, wonen en werken zijn op verschillende locaties gevestigd die het met OV lastig te bereiken zijn.

Vraagstukken van grond- en brandstoffen tonen wel aan dat de auto niet onbeperkt houdbaar is. Een wereldbevolking van 9 miljard en opkomende economieën zullen schaarste in de hand werken. De autolobby zal op deze vraagstukken proberen te antwoorden door de elektrische auto en zelfs de intelligente auto te ontwikkelen. De elektrische auto is misschien een antwoord op het energievraagstuk, maar met een gemiddelde bezettingsgraad van 1,1 is dit geen antwoord op schaarste van grondstoffen. De intelligente auto klinkt heel sexy en revolutionair, maar of de gewone man er mee kan omgaan is een groot vraagsteken ondanks dat de techniek voorhanden is en Google heeft aangetoond dat de intelligente auto mogelijk is.
Toch zal er een antwoord moeten komen op de aankomende schaarste. De deeleconomie zou daar aan kunnen voldoen. Maar delen kan alleen een succes zijn als men over goederen of diensten kan beschikken als het hun uitkomt. Is het op dat moment niet beschikbaar kun je spanningen veroorzaken. Het spanningsveld wordt nog een keer extra vergroot als men niet uit vrije keuze tot delen veroordeeld is.

Nederland heeft vandaag de dag heeft een groot OV netwerk waarmee we ons kunnen we verplaatsen. Het huidige OV is echter complex en niet betrouwbaar genoeg, niet comfortabel en niet altijd beschikbaar, kent lange reistijden en je kunt niet overal komen, met een prijs die men te hoog vindt, zijn redenen van mensen om niet voor het OV te kiezen. Behalve in de oude steden waar het OV goed kan gedijen omdat voorzieningen, werken en wonen compact bij elkaar liggen en de oude steden niet gebouwd zijn voor de auto. Het huidige OV voldoet dus onvoldoende aan de eisen van de hedendaagse mobilist.

Willen we een voor iedereen betaalbaar en beschikbaar alternatief voor de personen auto, dan zullen we naar de emotie van de auto moeten kijken. Hoe kunnen we met alternatieven de vrijheid, comfort, betrouwbaarheid, beschikking over afstand en tijd en onderscheidend zijn vervangen? De fiets, brommer, Segway, Scootmobiel, Trikke etc. etc. voldoen aan een aantal verwachtingen van de mobilist. Beschikken over tijd en de korte afstand, en onderscheidend zijn kan met deze voertuigen opgevangen worden.

Stichting Freedom of Mobility ziet echter ook kansen voor de OV sector om antwoorden te geven op de toekomstige vraagstukken die helemaal in de deeleconomie passen en toch voor een ieder beschikbaar zijn. Stichting heeft een basis van een visie gelegd met als titel “Van een geplande chaos naar een geordende vanzelfsprekendheid”. In deze visie gaan we uit van de kracht van de fiets. Immers de fiets en andere één persoonsvoertuigen voldoen aan de eisen van de mobilist. Deze voertuigen brengen de mobilist van deur tot deur. In de visie zal het OV de fiets en andere éénpersoonsvoertuigen gaan ondersteunen en zo zorgen dat het bereik en de gemiddelde snelheid omhoog gaan. De fiets gaat mee in de gehele keten en is niet zoals nu slechts het voor- of na-transport. Juist de combinatie fiets en OV zal een alternatief zijn voor de personen auto, waarmee het OV kan voldoen aan de eisen van de mobilist en dus voor een zeer grote groep mensen interessant worden kan. Wat betekent dat voor de OV sector?

De stichting ziet kansen voor een veel grotere rol van de spoorwegen in de samenleving dan nu het geval is. Maar materieel en infra moeten aangepast worden om dat te realiseren. De gezamenlijke spoorwegen van NS reizigers, Arriva, Veolia, Connection, Syntys zullen moeten inzien dat ze geen concurrenten zijn in de operatie, maar samen een geheel vormen en dat ze afhankelijk van elkaar zijn. Samen zullen ze het publiek en overheid overtuigen hoe materiaal er uit moet zien. De stichting geeft als suggestie om (ook bij calamiteiten) koppelbaar treinmaterieel te kiezen waarmee grote aantallen mensen comfortabel kunnen reizen met hun fiets bij de hand.

Wij van Stichting Freedom of Mobility willen Intercity, stop- en goederentreinen absoluut van elkaar scheiden. Alleen dan kan programma hoogfrequent spoor toegepast worden en zijn hogere snelheden in het intercitynetwerk mogelijk. Prorail zal dus echt moeten besluiten om gehele baanvakken van elkaar te isoleren. Wissels zullen zo geplaatst zijn dat bij onregelmatigheden en/of onderhoud de treindienst door kan gaan. Dit is hard nodig omdat PHS leidt tot meer onderhoud aan de spoorinfra. Op de stations en haltes zullen de perrons zo gemaakt moeten worden dat snel in- en uitstappen mogelijk is.

Door de intercity te scheiden is een enorme tijdswinst te halen en is er bij een onregelmatigheid in de dienstregeling een direct alternatief.
Een absolute scheiding betekent ook kansen voor nieuwe technieken. Eindelijk heeft de spoorsector een techniek voorhanden waarmee ze eindelijk de Jet-age in kunnen. Immers de straalmotor heeft de luchtvaart een schaalsprong gegeven.

Voor de spoorwegen is dat de maglevtechnologie. Maglev is dus geen concurrent van de spoorwegen, maar de ontbrekende schakel om op te schalen. Door deze techniek toe te passen kan de reistijd tussen de intercity stations met een factor 2 tot 5 afnemen. Omdat de baan nieuw aangelegd moet worden kunnen de luchthavens eindelijk met elkaar en het achterland verbonden worden, wat de positie van Nederland in Europa verder versterken kan.

De regionale en stedelijke vervoersbedrijven hebben een groot netwerk van bussen. Stichting Freedom of Mobility ziet liefst dat de regionale en stedelijke vervoerders de fiets gaan omarmen. Een aantal regio’s hebben een voldoende grote bevolkingsdichtheid en vele activiteiten dat trams, metro en sneltram goede investeringen zijn. Door een sterk netwerk van de sneltram en metro waar de fiets in grote aantallen meegenomen kan worden, kunnen haltes verder van elkaar komen te liggen en door zijn vrije baan is een hoge betrouwbare frequentie van treinvoertuigen mogelijk. De M5 metrorijtuigen zijn er perfect voor en zien wij als voorbeeld voor de lightrail. Met deze maatregelen gaat de gemiddelde snelheid van de mobilist omhoog en kan de vrijheid van de mobilist hiermee versterkt worden. De stichting ziet geen rol voor de bus. Immers de snelheid is laag, hij is niet duidelijk aanwezig en zijn capaciteit is te laag. De tram is er alleen voor die stadsdelen waar wonen, werken en vrije tijd op een klein oppervlak plaats heeft en de voetganger dominant aanwezig kan zijn.

Natuurlijk worden er nu ook maatregelen genomen om het OV en het spoor te verbeteren. De wereldstations die nu verbouwd worden of opgeleverd zijn, de baanvakken die deels verdubbeld zijn of worden, wissels die in Utrecht en Amsterdam weggehaald worden om de betrouwbaarheid te vergroten en kosten te reduceren zijn al een verbetering van voortgaande projecten. Echter bij een calamiteit en of onderhoud is er nog steeds een infarct dat met bussen moet worden bestreden. Ook blijft een ingewikkelde dienstregeling die voor reizigers en personeel niet altijd meteen duidelijk is, zeker niet bij onregelmatigheden. De hoeveelheid OV apps die nu voorhanden is zal onevenheden in de dienstregeling ook niet kunnen wegnemen.
Een duurzame energie voorziening die NS en Eneco met elkaar hebben afgesloten is wel noodzakelijk maar zal de reiziger ook niet verleiden als de OV dienst niet voldoet aan de eisen van die mobilist. Dus om het OV te verbeteren zal infra, dienstregeling en materieel simpel en duidelijk moeten zijn. In de visie van Stichting Freedom of Mobility voldoet het OV hieraan.

De stichting Freedom of Mobility is zich bewust dat de visie die zij voorhebben een hoge investering gaat vergen. Dit komt deels omdat een aantal planologische onvolkomenheden uit het verleden recht gezet moeten worden en deels omdat we OV en stedenbouw zo moeten maken dat ze elkaar versterken en zo samen Nederland klaar maken voor de toekomst. Deze visie betekent dat het OV anders moet gaan denken. Niet meer passief aan de zijlijn staan maar samen actief in het midden om een ieder zijn vrijheid te geven. De OV bedrijven als eenheid naar de samenleving toe.
Of de visie van Stichting Freedom of Mobility de juiste is laat ik in het midden. Maar zonder visie kan het OV zeker niet bouwen en zullen de maatregelen die nu genomen worden lapmiddelen zijn die de mobilist niet zijn zo verlangde vrijheid geeft. De visie van de stichting Freedom of Mobility hoopt dit echter te doorbreken.

Categorieën
Opinie

Voordracht: Kroonjuweel Transrapid

Ons pleidooi om de Duitse maglev kennis voor de toekomst door te geven aan de jeugd. Voordracht gehouden in het Duits tijdens de Maglev bijeenkomst in Duitsland op 24 mei 2014.

Met het afsluiten van de testfase, meer dan 20 jaar na de commerciële toelating van de techniek, moet de toepassingsfase zeker doorgezet worden. Dit omdat het nut van de succesvolle ontwikkeling van de magneetzweeftrein, wereldwijd als grootse prestatie gezien, eindelijk ten gunste van het volk moet komen.

Het verlies van een Duits kroonjuweel genaamd Transrapid

Geachte Maglev vrienden,

Nu is de testbaan in Lathen gesloten. Als de Gesellschaft zur Förderung der Magnetschwebetechnologie (Transrapid) e.V. ook gaat stoppen dan wordt de Transrapid ook bijna geschiedenis. Een geschiedenis vol hindernissen, onbegrip en kortzichtigheid bij de besluitnemers en een organisatie die niet in staat was om de magneettrein aan het Duitse volk te verkopen.

Dit gegeven maakt dat wij van Stichting Freedom of Mobility ons erg boos maken en we met ongeloof zitten te kijken naar de ontwikkelingen van de Transrapid. Vooral omdat Duitsland met een Magneettrein een kroonjuweel heeft dat zijn nut kan bewijzen in Duitsland, Nederland en de rest van Europa en de wereld.

Eén van de sterke argumenten tegen de magneettrein was dat het te duur is. Maar als een project veel geld kost wil niet zeggen dat het te duur is. Dat kun je helemaal niet zeggen als je niet kijkt wat het oplevert!

Als we kijken naar de plannen van de lijn München centraal station naar de luchthaven München dan vallen ons een paar dingen op.
• In het plan lijkt deze magneetlijn een geïsoleerde lijn met een begin en eindpunt.
• De overige systemen van ICE, intercity en stoptreinen zouden dan gelijk blijven.
• De autowegen blijven hetzelfde.
Met andere woorden, je voegt een modaliteit toe aan het geheel waarbij je kan afvragen wat dan de toegevoegde waarde is naast al het bestaande aanbod van transport. Door het zo te presenteren kon iedereen zeggen dat het te duur is.

Als echter het plan anders gepresenteerd was dan zou het anders uit kunnen pakken in het voordeel van de magneettrein en van Duitsland. Dat is het betoog van de visie van Stichting Freedom of Mobility. Wij van Stichting Freedom of Mobility willen de Transrapid heel graag introduceren in Nederland. In Nederland wil de stichting een netwerk van 9 Magneetbanen die alle intercitystations en luchthavens met elkaar verbindt.

Als wij van Stichting Freedom of Mobility kijken naar de plannen van de München Transrapid dan vinden wij de plannen ook niet sterk. Dat betekent niet dat de Magneettrein maar niet aangelegd moet worden. In tegendeel. De lijn had allang aangelegd moeten zijn. Echter de lijn had een startpunt moeten zijn voor een groter geheel. De lijn als onderdeel van een netwerk dat alle intercitystations en luchthavens in heel Duitsland met elkaar en Europa verbindt. De Transrapid zal uiteindelijk de ICE, Intercity per spoor, binnenlandse vliegverkeer en de auto op de lange afstanden vervangen. Het is dus geen modaliteit erbij, maar een vervanger van bestaande modaliteiten.

Ook Duitsland heeft te maken met dezelfde vraagstukken als Nederland waar wel een antwoord op gevonden moet worden. Het brand- en grondstofvraagstuk, files, verontreiniging, ziektekosten, 9 miljard mensen op ruimteschip Aarde. Meer mensen die welvarender worden door opkomende economieën en krimp van het aantal mensen in Europa zal een verdere druk op onze welvaart en welzijn geven. Daarbij heeft Duitsland een aandachtpunt dat de infrastructuur van spoorwegen en autobanen groot onderhoud nodig hebben om bij te blijven.

De eerder genoemde vraagstukken zullen invloed hebben op de welvaart en welzijn van Duitsland. Eén onderwerp is de manier van verplaatsen. De identiteit van Duitsland is mede bepaald door een zeer sterke auto industrie en de autobaan. Door de vraagstukken komt de auto-industrie in Duitsland, maar ook in andere delen van de wereld onder druk te staan. De auto zal voor veel mensen veel duurder gaan worden. De intelligente auto of elektrische auto zal geen antwoord zijn op bovengenoemde vraagstukken. Dat betekent dat ook Duitsland zal moeten accepteren dat we ons anders moeten gaan verplaatsen dan alleen met de auto.

Gelukkig heeft Duitsland niet alleen kennis van de auto maar is één van de landen op deze wereld die kennis heeft van de magneettreintechniek. De spoorwegen kunnen wel antwoord geven op bovenstaande antwoorden doordat je met minder grondstoffen en duurzame brandstoffen zoals wind en zonne-energie meer mensen over zowel korte als lange afstanden kan vervoeren. Een kleine auto en fiets wel of niet gedeeld zijn voor de korte afstanden en verzorgen het deur tot deur vervoer.

Natuurlijk kan Duitsland kiezen voor het Franse systeem van hogesnelheidstreinen, maar ook een hogesnelheidstrein heeft eigen infrastructuur nodig wil het de snelheid van 300 km/uur halen. Dit kan in Duitsland alleen tussen Keulen-Frankfurt en Nürnberg–Ingolstadt.

Duitsland moet toch investeren om zijn infrastructuur weer te verbeteren, doe het dan meteen goed! Door je eigen magneettrein aan te vallen zorg je ervoor dat Frankrijk met 10-1 voor staat ten opzichte van Duitsland. Dat Frankrijk voor staat met zijn hogesnelheidstrein en zich heeft kunnen profileren in Europa en de rest van de wereld is niet omdat Frankrijk zo goed is. Nee, het is omdat Duitsland steeds in eigen doel schiet door zijn eigen magneettrein aan te vallen. De magneettrein is ten opzichte van de conventionele intercity en hogesnelheidstrein veruit superieur.

Door de lijn München centraal station naar de luchthaven aan te leggen kon de lijn ook als voorbeeld dienen voor Nederland, Europa en de wereld. Want de wereld heeft Maglev heel hard nodig. Duitsland kan met zijn kennis heel veel verdienen. Niet alleen financieel, maar ook in het verbeteren van ruimteschip Aarde.

Door Transrapid naar het museum te verwijzen verliest Duitsland een kroonjuweel waarmee Duitsland zich in de toekomst kan blijven profileren voor de eigen welvaart en welzijn en die van andere mensen in Europa en de rest van de wereld door minder files, minder luchtverontreiniging, betere bereikbaarheid. En daarmee mensen met elkaar verbindt. Ook in de toekomst.

Categorieën
Opinie

Trots

Deze zomer was ik in Zwitserland. Een land net zo klein als Nederland, maar met de helft minder inwoners. Schoon, efficient, rechtvaardig. Met een eigen industrie. Net als hun OV systeem met de kwaliteit van een zwitsers uurwerk. Zelfs stokoude treinen trekken probleemloos de toeristen via imposante bouwwerken door de bergen.

De Zwitsers lijken terecht trots op hun land, overal hangt de nationale vlag. Een klein land dat zich niet liet meeslepen door de angst dat alleen grote landen succes kunnen hebben. Geen fantasieloze euro’s maar mooie eigen bankbiljetten en echte munten. Een van de rijkste landen ter wereld.

De TV uitzending van Andere Tijden op 22 september ging over het bedrijf Werkspoor. De vergelijking van Zwitserland met het Nederland van nog niet eens zo lang geleden was snel gemaakt. Het kleine Nederland had een sterke munt, was beroemd om de strijd tegen het water, de handelsgeest en een eigen industrie van wereldwijde naam en faam.

De polygoonjournaals van toen toonden nationale trots. Onze spoorwegen waren vooruitstrevend, Nederland nam in 1958 als eerste naoorlogse land afscheid van de stoomtrein. Vervangen door moderne elektrische treinen van Werkspoor, toen Europa’s grootste treinenfabrikant. Oerdegelijk spul, werkt zelfs 60 jaar later nog prima. Geen wonder dat Werkspoor de Zwitserse TEE treinen mocht meebouwen.

Er was genoeg om trots op te zijn. Fokker, ooit wereld’s grootste vliegtuigfabrikant, perfectioneerde het bouwen van verlijmde vliegtuigen. Die nu nog vliegen. Philips Natlab deed de ene na de andere uitvinding. Daf ontwikkelde het slimme pookje. Rijkswaterstaat bouwde de Deltawerken. Zeeland had de langste brug. Rotterdam de modernste metro. Iedereen kent Rembrandt en van Gogh. En de laatste serie guldenbiljetten waren prachtige kleurige kunstwerken.

Hoe anders is het nu. Nederland ging nadien voor de financiële sector. De overheid kiest korte- ipv langetermijnoplossingen, bespaart op dure staatssactiviteiten onder het mom van vrije marktwerking. Gevolg? Van nijverig spaarvolk naar leencultuur met huizenbubbel. Werkspoor, Fokker zijn niet meer. Philips is gemarginaliseerd. De oude NS in stukken gehakt. OV dat ook in de grote steden niet meer vroeg rijdt.

Al vervoeren de NS tegenwoordig wel meer reizigers, in meer treinen. Maar op een vol spoorwegnet gaat het eerder mis. En begrip en trots zijn weg. Dus de NS wordt bespot. Om de 10-15% verstoringen. Om treinen zonder WC. Of juist met WC, die dan weer niet (snel) mogen rijden. Om gebrek aan ambitie.

Een gebrek mede gevoed door de houding van de overheid. Waar korte-termijn besparing zelfs kerntaken raakt. Zodat ingenieurs van Rijkswaterstaat zelf bij de regering moesten aandringen om nu eens het onderhoud aan de Deltawerken uit te mogen voeren.

Grote (rijks)projecten lopen tegenwoordig moeizaam. Betuweroute, Fyra of Noord-Zuidlijn, de media meet elke tegenslag breed uit. Burgers stellen eigen- boven algemeen belang. Geen wonder dat de politiek risico’s vermijdt via de schijnzekerheid van rapportcijfertjes. Helaas is innoveren juist risico nemen.

Je kunt immers niet alles vooraf in een kosten/baten analyse vertalen. Dijken, scholen, natuur, gezondheidszorg, politie, leger en het bestuur zelf leveren allemaal geen geld op. Duur? Ja. Maar zonder dijken bestond Nederland niet eens. Zo ook infrastructuur, energie en OV. Nutsvoorzieningen te belangrijk om te missen.

De Zwitsers weten dat ook. Zij hebben het echter niet over kosten, maar investeringen. En juist omdat uitvoering zo duur is, gooien ze geen geld over de balk aan korte termijn ‘besparingen’. Hun plannen passen binnen een langetermijn visie. En ze gaan ervoor. Door bergen heen, als het moet. Maakt ze alleen maar trotser.

Nederland heeft geen bergen. Behalve zelf opgeworpen papierbergen waarin ambitie vastloopt. Laten we die maar weer snel afbouwen. Heeft de overheid eindelijk ook eens geld voor alle innovatieplannen. En kunnen we trots zijn op wat we nog kunnen.

Categorieën
HSL Opinie

Zelfs goede inzet HSL vervult slechts deels ambities

Doordat de stad Den Haag niet meer rechtstreeks is aangesloten op Brussel is een belangrijke zwakte van de HSL blootgelegd. Deze zwakte is dat een hogesnelheidstrein in Nederland een aantal steden moet passeren om op een snelheid van 300 km/uur te komen.

Resultaat is dat het politieke centrum Den Haag geen directe aansluiting heeft op de HSL en daarmee ook niet met het politieke centrum van Europa. De huidige reizigers moeten overstappen op Rotterdam CS. De reistijd is langer en omdat je ook moet reserveren is er meer weerstand gecreëerd om daadwerkelijk met de trein te gaan. Ook om spontaan of op het laatste moment even op de trein te stappen voor werk of plezier is veel moeilijker dan wel onmogelijk geworden. De auto is dan het niet wenselijke alternatief voor mensen om naar Antwerpen of Brussel te reizen.

De stad Den Haag had al eerder aangegeven wel een directe verbinding met Brussel te willen. De opheffing van de ouderwetse BeNeLux dienst terwijl door technische problemen de Fyra V250 treinstellen ook niet de dienst Amsterdam-Brussel kunnen rijden, was voor Den Haag een klein geluk. Er kwam een rechtstreekse verbinding met Brussel vanaf Den Haag HS. Alhoewel het een noodoplossing is, voorziet die wel in een behoefte van de stad Den Haag.

Nu willen de provincie Brabant en de stad Eindhoven ook een aansluiting op de HSL. Een terechte ambitie. Eindhoven is de technische regio van Nederland die zijn positie kan versterken door een goede aansluiting op Europa.

Als we de huidige HSL dan volop willen gebruiken dan zullen er 4 lijnen gebruik van kunnen maken:
1. Amsterdam CS via conventioneel spoor naar Schiphol, dan over de HSL naar Rotterdam en Brussel.
2. Den Haag CS via conventioneel spoor naar Rotterdam, daarna over de HSL naar Brussel.
3. Eindhoven via conventioneel spoor naar Breda, daarna over de HSL naar Brussel.
4. Vanaf Zwolle via de Hanzelijn naar Amsterdam Zuid, na Schiphol via de HSL naar Rotterdam, Breda en Eindhoven.
Maar voor een echte bereikbaarheidsambitie van steden schiet de HSL tekort.

Met deze 4 lijnen is de capaciteit van de HSL wel op zijn maximale benutting en blijven kansen liggen. Bij alle 4 de routes moeten hogesnelheidstreinen immers het normale spoor gebruiken. Weliswaar benut je de capaciteit van het conventionele spoor wel tot het uiterste met de hogesnelheidstrein, de intercity, sprinter, goederen- en werktreinen, maar de reiziger schiet er niet veel mee op omdat de frequentie van elke treinsoort apart weinig verbetert. En bij onderhoud of calamiteit heb je een totaal infarct waarbij de treinenloop op dat traject geheel stil ligt en een alternatief vaak lang op zich laat wachten. Ook zijn de luchthavens Den Hague/Rotterdam en Eindhoven nog steeds niet aangesloten op het spoorwegnet.

Zelfs als men zou besluiten om Den Haag en/of Eindhoven en de luchthavens alsnog aan te sluiten op een HSL dan levert dat weinig op. Door de rijeigenschappen van hogesnelheidstreinen moeten er steden overgeslagen worden of neemt de reistijd tussen deze steden totaal niet af. Een volwaardig HSL traject naar Den Haag en/of Eindhoven is dan ook geen optie.

De magneettrein die Stichting Freedom of Mobility in haar visie benoemt zorgt dat de ambitie van Den Haag en Eindhoven wel veel hoger gelegd kan worden. Niet alleen is de reistijd 2 tot 5 keer korter, maar worden ook meer steden op het traject aangedaan. En door de absolute scheiding van het conventioneel spoor is er bij een calamiteit of onderhoud van Sprinter of magneettrein ook direct een alternatief.

Nieuwe infrastructuur biedt ook kansen voor nieuwe aansluitingen. De Luchthavens Den Hague/Rotterdam en Eindhoven worden ook direct op de magneettrein aangesloten met een rechtstreekse verbinding met Schiphol, maar ook met Brussel. Als België en Duitsland inzien dat ze niet onder de magneettreintechniek uitkomen creëer je niet alleen nieuwe kansen voor Den Haag en Eindhoven maar voor de gehele metropool Nederland.

Wouter van Gessel

Categorieën
Geen categorie Opinie

Migratie en vervoer

In het programma “Tegenlicht” van de omroep VPRO van 25 Februari 2013 over de Afrikaanse migratie naar China was er een interessante conclusie. Een conclusie die ik deel.

Europa en daarmee Nederland is steeds meer een vesting voor mensen buiten Europa. Daarmee sluit je Europa af voor vluchtelingen. Maar helaas ook voor ideeën, culturen, innovaties en wilskracht die immigratie met zich meebrengt.

Deze ontwikkeling is rampzalig voor Europa. In Europa neemt het aantal geboorten af. Daardoor zullen er steeds minder arbeiders voor een steeds oudere bevolking moeten gaan zorgen. Op een gegeven moment zal de beroepsbevolking dan niet meer de kosten kunnen dragen om onze welvaart en welzijn op peil te houden.

Aan de andere kant ontwikkelen en ontplooien steeds meer andere landen zich. Vooral de BRIC landen zijn bezig aan een opmars maar zelfs het continent Afrika gaat economisch hard groeien.

Een andere ontwikkeling is dat er van de straks 9 miljard mensen op deze aardbol er veel meer dan nu welvarend zullen zijn. Investeringen en geldstromen zullen andere wegen gaan volgen. Als we in Europa en Nederland niets doen en ons voldaan blijven voelen in onze huidige welvaart zakken we in hoog tempo af naar een tweederangs economie. Met een afnemend geboortecijfer en hogere lasten moet Nederland interessant blijven en worden voor buitenlandse investeerders. Voor mensen die in staat zijn om te bouwen en innoveren en daarmee de welvaart en welzijn in Nederland en Europa op peil te houden.

Nederland is een uniek land. Niet alleen omdat de Nederlanders het zelf gebouwd hebben, maar ook omdat we tussen de steden en woonkernen veel groen hebben. Ons land heeft geen grote volgebouwde metropool zoals veel andere metropolen op deze wereld. Zelfs de Randstad, goed voor de halve economie, heeft in verhouding veel groen.

Maar Nederland is groter dan de Randstad. De andere helft van de economie wordt buiten de Randstad verdiend. De slimste regio ligt zelfs buiten deze Randstad. Dus zijn de regio’s in balans. Daarom is de terugloop in bevolking en werk in bepaalde provincies zorgelijk. Het zou jammer zijn als de krimp in Nederland het land zal verzwakken.

Met minder inwoners zal er ook minder belasting binnenkomen om Nederland netjes, geordend en vrij van het water te houden.

In het VPRO programma Tegenlicht geeft Ian Goldin een terecht advies om Europa aantrekkelijk te maken voor immigratie en daarmee welvaart en welzijn te behouden en te versterken. Dit gegeven telt dus ook voor Nederland waarbij immigratie een aanvulling is op het afnemend aantal geboorten in Nederland.

De geschiedenis leert ons dat innovatie in transport een andere belangrijke favtor is in de versterking van de regio’s. De gouden eeuw in Nederland is niet alleen ontstaan door immigratie, maar ook door technisch hoogwaardige schepen en kanalen. De industriële revolutie is mede bepaald door de stoommachine en de aanleg van spoorwegen waar voor die tijd snelle treinen op konden rijden. Spoorlijnen die vandaag de dag nog steeds hun maatschappelijk nut bewijzen.

De Stichting Freedom of Mobility wil de positie van Nederland in de verder globaliserende wereld versterken door de infrastructuur te verbeteren. Zo zullen de sterke regio’s en de verschillende provincies beter en sneller onderling met elkaar verbonden zijn.

In een land met meer fietsen dan inwoners is het logisch om de (elektrische) fiets te gebruiken voor lokaal vervoer. Fietsen is meestal sneller dan dan de tijd dat je moet wachten op een lokale bus. Maar de fiets wordt voornamelijk voor korte afstanden gebruikt.

In de visie van de stichting vergroten we de actieradius door de fiets te combineren met snel OV. Je benut zo de voordelen het best. Als we bijvoorbeeld de gehele intercity vervangen door een magneettrein, zal de reistijd tussen de intercity stations en luchthavens met een factor 2 tot 5 verkorten. Zo’n combinatie kan een duurzaam alternatief voor de personenauto zijn.

Met dergelijk verbeterd vervoer zal Nederland dan een unieke metropool zijn bestaande uit laagbouw, heel veel groen, een gematigd klimaat en die toch verbonden is met de rest van de wereld. Nederland zal op die manier interessant blijven voor buitenlandse investeerders en migratie zoals Ian Goldin adviseert.

Categorieën
Geen categorie Opinie

Liberalisering van de spoorwegen

Europa wil de verdere liberalisering van de spoorwegen doorzetten. Dat betekent dat andere vervoerders op het Nederlandse spoor mogen rijden om mensen te vervoeren.

Het doel van Europa is om door concurrentie de kwaliteit te verhogen en de reiziger een keuze te geven. Maar is er wel concurrentie op het spoor?

Vervoerders doen een bod op een concessie voor een baanvak of vervoersregio om voor een vastgelegde periode het desbetreffende baanvak te exploiteren. De vele regisseurs, namelijk de regionale en provinciale overheden, kijken  voornamelijk op welk bod het minste geld aan de vervoerder bijgelegd moet worden om het desbetreffende baanvak of regio te bedienen.

Echter om aan zo’n goed mogelijk bod te komen moet de vervoerder creatief te werk gaan om de kosten te drukken. De reiziger krijgt dus voor een bepaalde periode een bepaalde vervoerder die het alleenrecht op deze lijn of regio heeft. Dus van keuze is geen sprake.

Het voordeel van een nieuwe vervoerder is dat er vaak nieuwe voertuigen komen die voldoen aan de laatste en hoogste eisen van comfort, milieu en kosten. Verder is er ruimte voor innovatie en/of inzichten.

Maar de bestaande werknemers worden overgenomen. Ze krijgen alleen een ander uniform aangemeten. De reiziger met zijn karaktertrekken blijft ook hetzelfde. Een nadeel van zo’n concessie kan zijn dat lijnen verdwijnen, in personeel kan worden gesneden of arbeidsvoorwaarden aangescherpt kunnen worden. Dit levert een spanningsveld op met andere vervoerders.

Door de vele spelers in het veld en de vele regisseurs die beslissen en verantwoordelijkheid hebben is het OV een klok geworden waarvan elk radertje in het uurwerk zijn eigen ding doet. Dan heb je een onbetrouwbare klok die misschien 2 keer per dag op de juiste tijd aangeeft, maar waar je voor de rest weinig aan hebt…

In het OV is het belangrijk dat vervoerders met elkaar samenwerken. Door de verdere liberalisering zonder strenge regie van bovenaf zullen vervoerders ieder hun eigen belang behartigen. Een normale reactie vanuit het oerinstinct omdat elk individu, elke afdeling binnen het bedrijf, bedrijven onderling ieder hun eigen belangen verdedigen. Bedrijven of personeel werken dan niet meer samen, maar vragen wie de kosten gaat dragen.

Zonder regie moet personeel zich aan meer regels houden waardoor improvisatie bij calamiteiten niet mogelijk is. Personeel kan dan onderling niet meer regelen wat te doen om de reiziger te dienen. Terwijl het personeel wel de kennis heeft om dat veilig te kunnen regelen.

Willen we meer vervoerders toelaten op het spoor dan moet dat vanuit een bepaalde visie komen. Er moet een duidelijke centrale regie zijn die overzicht op het geheel heeft, eisen stelt, verantwoordelijkheid draagt en beslissingen neemt over materiaal en vervoerders. Net als bij een klok heeft het OV iemand nodig die van buiten naar de tijd kijkt om het geheel gelijk te laten lopen. Want van binnen zie je niet hoe laat het zou moeten zijn. Pas als elk radertje precies doet wat het moet doen krijg je een betrouwbare tijdsaanduiding.

Belangen van vervoerders moeten ondergeschikt zijn aan die van de reiziger. Verder moeten vervoerders elkaar niet in de weg zitten of op hetzelfde baanvak rijden. Je zit dan in elkaars sloot te vissen. En een reiziger heeft geen interesse in een bepaalde vervoerder, maar spreekt af op basis van tijd en plaats. Baanvakken moeten dus per vervoerder gescheiden zijn.

Stichting Freedom of Mobility stelt voor om de intercity- en stoptreinen van elkaar te scheiden. In de visie van de stichting zijn er 9 intercitylijnen en 16 sprinterlijnen. Elk op een eigen lijn, gescheiden van de andere. Magneettreinen bedienen de intercitylijnen en de InterRegioSprinter de sprinterlijnen. Zo kunnen maximaal 9 dan wel 16 verschillende vervoerders deze lijnen exploiteren.

Om eigenbelangen te elimineren moeten de vervoerders en materiaal voldoen aan de eisen die van hogerhand worden gesteld. Vervoerders zijn dus alleen verantwoordelijk voor de exploitatie. Dit betekent ook dat 1 vervoerder het geheel kan exploiteren als dat nodig mocht zijn.

De centrale regie stuurt ook de Regiotram, waarbij verschillende vervoerders de exploitatie op zich kunnen nemen. Zo blijven wachttijden voor de reiziger beperkt. Kortom liberalisering van OV is mogelijk mits er 1 centrale regisseur de touwtjes in handen houdt.